Zo begin je met een AI-beleid zonder dat het een stoffig document wordt
“Ik heb net ChatGPT iets laten schrijven voor een klantmail, maar ik heb het wel even herschreven hoor.”
Herkenbaar? Grote kans dat AI in jouw organisatie al gebruikt wordt, ook al is er (nog) geen officieel beleid. En dat is niet erg. Maar het is wél slim om daar bewust mee om te gaan. Niet om mensen af te remmen, maar om richting te geven. Zodat iedereen weet: dit mag, dit liever niet, en dit is handig om te delen.
Zie AI-beleid niet als een regelboek, maar als een gids die helpt koers te houden. Hieronder lees je hoe je dat op een slimme manier opzet, in 6 praktische stappen. Inclusief vragen en voorbeelden die je direct kunt gebruiken.
Stap 1: Begin bij gedrag, niet bij beleid
Stel niet meteen een commissie in, maar luister naar wat er nú gebeurt. Vraag bijvoorbeeld in een teammeeting:
- Wie gebruikt er AI-tools, en waarvoor?
- Waar twijfelen mensen over?
- Zijn er al misverstanden of fouten geweest?
Dit geeft je de échte input die je nodig hebt. En het maakt je beleid relevant, niet opgelegd.
Stap 2: Kies jullie AI-filosofie
Niet elk bedrijf hoeft hetzelfde te vinden van AI. Maak dus expliciet:
- Zien wij AI als ondersteuning of als vervanging?
- Wat vinden we belangrijker: snelheid of controle?
- Willen we dat medewerkers zelf experimenteren, of liever centraal georganiseerd?
Voorbeeld: “Bij ons is AI een hulpmiddel. Alles wat naar klanten gaat, wordt nog altijd door mensen nagekeken.”
Stap 3: Formuleer drie heldere principes
Geen ellenlange regels. Gewoon drie simpele zinnen waar je organisatie zich aan kan vasthouden. Bijvoorbeeld:
- AI helpt, maar beslist niet
- We zijn open over wanneer iets door AI is gemaakt
- We gebruiken AI niet met gevoelige data zonder toestemming
Vraag een paar mensen uit verschillende teams om deze principes samen te formuleren. Zo krijg je eigenaarschap én draagvlak.
Stap 4: Bepaal wat wel en niet mag (en wat ‘grijs gebied’ is)
Maak een overzicht per type taak of content. Bijvoorbeeld:
Gebruik dit als levend document. Laat teams zelf voorbeelden aandragen.
Stap 5: Zorg voor een aanspreekpunt (geen AI-politie)
Mensen moeten ergens naartoe kunnen met vragen. Stel een klein team samen dat:
- Vragen beantwoordt
- Nieuwe tools bekijkt
- Het beleid actueel houdt
Geef het team een vriendelijke naam, bijvoorbeeld “AI Lab” of “Prompt Club”, om het laagdrempelig te houden.
Stap 6: Leer van fouten, deel successen
Niet alles gaat meteen goed. En dat hoeft ook niet. Bouw momenten in waarop mensen AI-cases delen:
- Wat werkte verrassend goed?
- Waar ging iets mis?
- Wat leren we hiervan?
Zo blijft AI iets dynamisch en menselijks, in plaats van een black box.
Tot slot: beter één goed gesprek dan tien pagina’s beleid
AI verandert snel, dus je beleid moet mee kunnen bewegen. Begin klein, praat erover, en maak het tastbaar.
Geen formeel document? Geen probleem. Maar wel duidelijke afspraken waar mensen zich in herkennen. Je weet zelf het beste welke aanpak bij je organisatie past.
Begin bijvoorbeeld gewoon eens met deze vraag in je team: “Wat vind jij eigenlijk dat we met AI mogen doen binnen ons werk?”
Die ene vraag is vaak al het begin van goed beleid.
Toch liever even vrijblijvend sparren over hoe je zo’n AI beleid aanpakt? Plan gerust een kort gesprekje met ons in.